- Nederlands
- Engels
- Frans
- Duits
Met deze afbeeldingskaarten leren kinderen hoe ze bijvoeglijke naamwoorden kunnen gebruiken om dingen en activiteiten te beschrijven. Ze beoefenen de verbuiging van bijvoeglijke naamwoorden, het semantisch correcte gebruik van belangrijke paren van tegenstellingen, bijvoorbeeld verdrietig - gelukkig, dik - dun, snel - langzaam, licht - donker, kort - lang, evenals het correcte gebruik van bijvoeglijke naamwoorden in verschillende vormen: de lange weg - een lange weg - de weg is lang.
Deze prentendoos bevat 18 verhalen die elk bestaan uit vier kaarten over het alledaags taalgebruik. Elk verhaal gaat over twee paar tegenstellingen, zoals de oude en de nieuwe fiets of de volle en de lege wasmand.
Met de verhalen kunnen 70 bijvoeglijke naamwoorden en dus 35 paren van tegenstellingen uit de basiswoordenschat gericht worden geoefend.
Inhoud: 18 gekleurde prentenverhalen die elk bestaan uit 4 losse kaarten, in totaal 72 prentenkaarten, formaat 9 x 9 cm, met handleiding.
Geschikt voor kinderen vanaf 5 jaar, als taalondersteuning, in de kleuterschool, in logopedie sessies.