Met verhalen over werkwoorden leren kinderen het juiste gebruik van werkwoorden, de vervoeging van werkwoorden en hun gebruik in verschillende delen van zinnen.
Bevat 18 verhalen met elk 4 afbeeldingen. Je oefent hiermee werkwoorden die tot de basiswoordenschat behoren zoals o.a. zitten, liggen, koken, feesten, ruzie maken en lopen.
Inhoud: 72 kaarten (18x4) van formaat 9 x 9 cm en instructies.
Deze prentkaarten zijn een hulpmiddel om taalontwikkeling en verbale expressie te stimuleren. De plaatjes zijn ook handig voor spreekoefeningen in een tweede taal.